sri lanka panter

De Sri Lanka panter leeft, zoals de naam al doet vermoeden, op het eiland Sri Lanka voor de kust van India en is één van de kleinste soorten panters. Het leefgebied van deze panter zijn tropische bossen. Het zijn solitair levende dieren en leven dus op zichzelf (behalve in de paartijd). Het territorium wordt gemarkeerd met uitwerpselen en urine. Ook krassen ze met hun poten in bomen, waardoor ze hun geur afzetten.

Voeding en gedrag

Ze eten grotere prooien zoals herten, apen en vogels maar ook reptielen, zwijnen en buffels. De panter besluipt langzaam zijn prooi, springt erop af en doodt hem vaak met één beet. Daarna wordt het dier de boom in gesleept, zodat andere kapers op de kust er niet bij kunnen komen. Op het eiland Sri Lanka waar deze panter vandaan komt, ontbreken grote concurrenten, waardoor deze pantersoort zelden dit gedrag vertoont.

Voortplanting

Er worden ongeveer 2 tot 4 welpjes geboren na een draagtijd van 3,5 maand. In het begin zijn de welpjes nog blind, pas na 10 dagen gaan de ogen open. Na 6 weken beginnen ze langzaam vlees te eten en na 3 maanden is het over en uit met de moedermelk en moeten ze volledig op vast voedsel over zijn gegaan. De jongen blijven ongeveer 2 jaar bij hun moeder, zodat ze alle kneepjes van het vak (het jagen) aan kunnen leren.

Weetjes

• Op Sri Lanka verdwijnen veel bossen, waardoor deze panters met uitsterven bedreigd zijn. Naar schatting zijn er nog ongeveer 1.000 exemplaren in de natuur over.
• Welpjes kunnen lang zonder melk, omdat moeder tijdens de jacht gerust een dag én nacht weg kan blijven. Wanneer ze weer terug op het nest is, kunnen de jongen een grote hoeveelheid melk in één keer wegdrinken
• Panters leven het grootste deel van de tijd solitair, behalve in de paartijd. Een mannetje blijft dan ongeveer twee weken in de buurt van een vrouwtje. Ze gaan samen op jacht en delen zelfs samen de gevangen prooi. Na de paring is het voorbij met de pret en gaat ieder weer zijn of haar eigen weg.