rode neusbeer

Neusberen, ook wel coati’s genoemd, zijn kleine roofdieren. Er zijn twee verschillende soorten neusberen, de witsnuitneusbeer en de rode neusbeer. Het verschil tussen de twee soorten zijn de kleur van de vacht en de kleur van het gezicht. Rode neusberen komen van oorsprong uit het tropische gedeelte van Zuid-Amerika, zoals Colombia, Uruguay en Venezuela.

Voeding

Neusberen zijn omnivoren, ze eten dus bijna alles, van insecten, schorpioenen, spinnen, fruit tot aan kleine zoogdieren. Neusberen hebben een goede reuk en komen dus ook op dode dieren af, die ze van ver kunnen ruiken. Neusberen kunnen uitstekend klimmen waardoor ze regelmatig ook een eitje eten die ze in vogelnesten vinden.

Gedrag

Neusberen zijn dagactief. Het grootste gedeelte van de dag zijn ze bezig met het zoeken naar voedsel. Ze lopen over de grond, maar ze slapen ook hoog in een boom. Wanneer ze gestoord of bedreigd worden, schieten ze vaak juist uit een boom om verder over de grond te vluchten.

Voortplanting

Neusberen leven in groepen die uit meerdere vrouwen bestaat. Mannetjes leven de grootste tijd van het jaar solitair. Alleen tijdens het begin van het paarseizoen wordt er een mannetje geaccepteerd in de groep. Hij paart dan met meerdere vrouwtjes en verlaat tien dagen voordat het vrouwtje gaat werpen de groep. Na een draagtijd van 77 dagen trekt ze zich terug en maakt ze een nest in een boom waar ze werpt en haar jongen zes weken verzorgd. Als de jongen groot genoeg zijn om te kunnen rennen en klimmen voegen ze zich weer bij de groep.

Weetjes

• Hoewel mensen in Zuid-Amerika last ervaren van neusberen, doordat ze door vuilnisbakken snuffelen en fruit en kippen van boeren eten, zijn ze ook van belang voor de mensen. Ze eten namelijk zoveel insecten, die anders een plaag kunnen vormen. Dit geldt niet alleen voor de neusbeer, maar ook voor de wasbeer, dat familie uit Noord-Amerika is.
•  Ze danken hun naam aan de lange neus, die ze gebruiken om eten te zoeken.