goudkopleeuwaap
goudkopleeuwaap
Latijnse naam:Leontopithecus chrysomelas
Herkomst:Oosten van Brazilië
Klasse:Zoogdieren
Orde:Primaten
Familie:Kapucijnapen, doodshoofdapen en klauwapen
Leefgebied:Tropische wouden
Gewicht:360 tot 710 gram
Max. Leeftijd:21 jaar
Draag(broed)tijd:125 tot 132 dagen
Status:Bedreigd
Dit dier heeft zijn naam te danken aan zijn goud/oranje kleurige manen, waardoor hij op een leeuw lijkt. Hij kan zijn manen opzetten wanneer hij in gevaar is, waardoor ze een stuk groter lijken dan ze zijn. Ook de tong uitsteken helpt bij het wegjagen van tegenstanders. Er is weinig verschil te zien tussen de twee geslachten, het komt wel vaak voor dat het dominante volwassen vrouwtje ietsjes groter is. Goudkopleeuwaapjes komen in het wild alleen nog voor in het oosten van Brazilië. Dit is gekomen door de ontbossing, waardoor de meeste in beschermd gebied wonen. Ze leven daar in tropische bossen en zijn goed aangepast in het leven in bomen. Ze komen eigenlijk alleen voor voedsel zoeken op de grond.
Voeding
Goudkopleeuwaapjes zijn echte fruiteters, maar als dat niet zo snel voorhanden is eten ze ook graag bloemen, kikkers, slakken, hagedissen, spinnen en sappen van bomen. Insecten, die ze op de bodem van het bos vinden, zijn ook een aangename versnapering.
Gedrag
Een groep bestaat uit een koppel, met één vrouwtje dat zich voortplant, en hun jongste nakomelingen. De groep bestaat uit ongeveer twee tot elf dieren. Zowel de mannen als andere groepsleden spelen een belangrijke rol bij de opvoeding van de jongen. Dit is uniek, omdat niet alle apensoorten dit doen. Het zogen en voeden vergt veel energie voor het vrouwtje. Andere groepsleden ontlasten haar door de jongen op de rug te dragen. Hierdoor kan het vrouwtje haar tijd en energie steken in het zoeken naar eten. Dit kan ook verklaren waarom het vrouwtje meestal groter is dan de rest van de mannelijke groepsleden.
Voortplanting
Als een goudkopleeuwaapje een partner heeft gevonden, blijven ze voor altijd bij elkaar. Ze zorgen samen voor de jongen, evenals de eerdere nakomelingen. De beste periode voor de jongen om ter wereld te komen is oktober tot april, omdat er dan genoeg voedsel te vinden is. Goudkopleeuwaapjes hebben geen nest, maar dragen de jongen juist overal mee naar toe.
Weetjes
- Doordat de aapjes fruit eten, zorgen ze tegelijkertijd voor de verspreiding van zaden
- Niet alleen het vrouwtje zorgt voor de jongen, maar ook de vader en jongere groepsleden