fossa
fossa
Latijnse naam:Cryptoprocta ferox
Herkomst:Madagaskar
Klasse:Zoogdieren
Orde:Roofdieren
Familie:Madagaskarcivetkatten
Leefgebied:Beboste gebieden
Gewicht:5 tot 10 kg
Max. Leeftijd:20 jaar
Draag(broed)tijd:3 maanden
Status:Kwetsbaar
De fossa leeft op het eiland Madagaskar in vrijwel alle soorten bosgebieden. Ze zijn op het eiland de grootste carnivoren die er rondlopen en zijn dus een natuurlijke vijand van bijvoorbeeld de ringstaartmaki’s. Fossa’s kun je herkennen aan de lange snorharen, korte roodbruine vacht en hun lange staart die bijna net zo lang is als het slanke lichaam. Er komen ook fossa’s voor met een zwarte vacht.
Voeding
Op het menu van een fossa staan kleine zoogdieren, vogels en reptielen. Dit hangt wel af van de locatie waar ze jagen. In de hogere berggebieden eten ze vooral kleine zoogdieren zoals tenreks en in de bossen wordt er gejaagd op lemuren. Tijdens het jagen dient de lange staart voor evenwicht.
Gedrag
Fossa’s zijn zowel overdag als ’s nachts actief en leven overwegend solitair (behalve in het paarseizoen). Ze hebben een scherp zicht en een uitstekend reuk- en hoorvermogen. Beide geslachten bakenen hun eigen territorium af met geuren. Opvallend is dat de fossa de chemische samenstelling van de geur kan veranderen. Het voordeel hiervan is dat ze kunnen communiceren over de voortplantingscyclus. Zo weet een mannetje bijvoorbeeld aan de hand van haar geur wanneer het vrouwtje klaar is voor een paring.
Voortplanting
Bijzonder aan de voortplanting van fossa’s is dat het vrouwtje in een boom gaat zitten wanneer ze klaar is voor een paring. Onder deze boom verzamelen mannetjes die naar het vrouwtje roepen en uiteindelijk met de mannelijke soortgenoten gaan vechten. Gedurende een week paart het vrouwtje met meerdere mannetjes. Een paring kan zowel in de boom als op de grond plaatsvinden. Het paarseizoen loopt van september tot november en na een dracht van 3 maanden worden er 2 tot 4 jongen geboren. Bij de geboorte weegt een jong zo’n 100 gram, is nog blind en hulpeloos maar beschikt wel al over een vacht. Jonge fossa’s blijven 15 tot 20 maanden bij de moeder en na 4 jaar zijn ze geslachtsrijp en kunnen ze op zoek naar een soortgenoot.
Weetjes
- Een unieke eigenschap van de fossa is dat opgroeiende vrouwtjes, in een soort puberteit, een ‘mannelijke’ fase doormaken. Het vrouwelijk geslachtsorgaan wordt ondersteund door een botje met weerhaakjes en wordt groter. Hierdoor lijkt het op een mannelijk geslachtsdeel. Naar verloop van tijd verdwijnen deze mannelijke kenmerken weer.