Leer meer over

Bruine kapucijnaap

Zoogdieren

Bruine kapucijnaap

Latijnse naam:Cebus apella

Herkomst:Zuid Amerika

Klasse:Zoogdieren

Orde:Primaten

Familie:Cebidae

Leefgebied:Tropische en sub-tropische bossen

Gewicht:1,3 tot 4,8 kg

Max. Leeftijd:45 jaar in gevangenschap

Draag(broed)tijd:150 tot 160 dagen

Status:Niet bedreigd

De bruine kapucijnaap leeft in Zuid-Amerika en komt voor in tropisch regenwoud, maar ook in open bossen waar bij zich in velden op de grond beweegt. Kenmerkend aan de kapucijnaap zijn de zwarte rechte haren op het voorhoofd, dat af en toe een soort pruik lijkt. Ze zijn heel behendig en springen gemakkelijk van de ene tak naar de andere.

Voeding

Ze eten graag vruchten, insecten, larven, eieren, jonge vogels, kikkers, hagedissen en vleermuizen. Als kapucijnapen naar voedsel zoeken doen de dat in groepen. Wanneer een aap voedsel vindt maakt hij of zij een hard fluitend geluid waarop de anderen apen naar diegene toesnellen. De voorhoede van deze apengroep bestaat uit hogere vrouwtjes en nakomelingen, vlak daarachter komt het dominante mannetje (hier is hij het veiligst), gevolgd door de achterhoede bestaande uit ondergeschikte apen die regelmatig te maken krijgen met agressief gedrag van het dominante mannetje. Zij proberen hem daarom zoveel mogelijk te vermijden. Het dominante mannetje eet eerst met de apen uit de voorhoede, de ondergeschikte dieren moeten wachten tot zij klaar zijn met eten.

Gedrag

De kapucijnaap leeft solitair (alleen) of in groepen tot twintig dieren. In de groep is er één dominant mannetje die zich voortplant, waardoor de nakomelingen allemaal van hem zijn. Ze hebben geen territorium, omdat woongebieden regelmatig overlappen. Deze apen kunnen geuren afzetten door hun handen in te wrijven met urine en dit op hun vacht te smeren. Wel zijn het hele verzorgende dieren die hun vacht regelmatig verzorgen. Vijanden van de kapucijnaap zijn roofvogels, daar zijn ze zelfs zo op hun hoede voor, dat ze al alarm slaan bij ongevaarlijke vogels.

Voortplanting

Ze hebben niet echt een bepaalde voortplantingsperiode. Vrouwtjes paren voornamelijk met het dominante mannetje. Na een draagtijd van 180 dagen wordt één jong geboren, die 9 maanden zoogt bij moeder. Naast de moeder, verzorgen ook de andere vrouwtjes de jongen. Als een jong gescheiden wordt, zullen andere vrouwtjes te hulp schieten.

Weetjes

  • Deze apensoort is pienter in het gebruiken van gereedschappen. Ze gebruiken stenen of harde voorwerpen om noten open te breken en stokken om naar noten te graven of naar water te scheppen.
img