Zwarte zwaan
Zwarte zwaan
Latijnse naam:Cygnus atratus
Herkomst:Australië en Tasmanië
Klasse:Vogels
Orde:Eendvogels
Familie:Eenden, ganzen en zwanen
Leefgebied:Zoetwatergebieden, zoals in of nabij meren, rivieren en moerassen
Gewicht:Gemiddeld 5,6 kg
Max. Leeftijd:Tot 40 jaar in het wild
Draag(broed)tijd:35 tot 48 dagen
Status:Niet bedreigd
De zwarte zwaan is een grote watervogel die qua bouw veel wegheeft van de knobbelzwaan die veel in Nederland voorkomt. Zwarte zwanen zijn echter, zoals de naam al zegt, voornamelijk zwart gekleurd. Daarnaast zijn hun snavels rood. Ze zijn 1 tot 1,4 m lang waarbij de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes. De spanwijdte is tussen de 160 en 200 cm. De zwarte zwaan leefde oorspronkelijk in Australië en Tasmanië. Hij leeft in zoetwatergebieden, zoals in of nabij meren, rivieren en moerassen.
Voeding
Deze zwaan eet voornamelijk gras en waterplanten, zoals lisdodde, fonteinkruid, vederkruid, ruppia en algen. Eten vinden ze door hun lange hals onder water te steken. Wanneer ze op het land zijn gaat er een insect ook af en toe wel in.
Gedrag
Een zwarte zwaan is voornamelijk te vinden in het water en zijn het minst territoriaal van alle zwanen. Nestelen gebeurt ook wel eens in een kolonie. Ze kennen verschillende geluiden en lichaamstaal, zoals het optrekken van de schouders en klapperen met de vleugels. Bij bedreiging maken de zwanen veel kabaal door met hun vleugels te slaan of naar je toe te rennen met gestrekte nek.
Voortplanting
Zwarte zwanen zijn monogaam en blijven hun hele leven bij dezelfde partner. Februari tot september is het broedseizoen, waarbij het vrouwtje een nest maakt. Dit nest wordt ieder jaar opnieuw gebruikt en/of hersteld. Er worden 5 tot 6 eieren gelegd en de broedtijd van 35 tot 48 dagen begint zodra het laatste ei gelegd is. De kuikens kunnen eigenlijk meteen al mee met de ouders, maar blijven nog wel zo’n 2 tot 3 weken op het nest. Na 170 dagen vliegen de jonge zwanen uit.
Weetjes
- De zwarte zwaan heeft de langste hals van alle zwanen, waardoor hij makkelijker voedsel van de bodem kan eten.