Zilverwang neushoornvogel
Zilverwang neushoornvogel
Latijnse naam:Bycanistes brevis
Herkomst:Ethiopiƫ, Soedan, Kenia, Tanzania, Zambia, Mozambique en Zuid-Afrika
Klasse:Vogels
Orde:Bucerotiformes
Familie:Neushoornvogels
Leefgebied:Bossen
Gewicht:1 tot 1,5 kg
Max. Leeftijd:50 jaar
Draag(broed)tijd:40 dagen
Status:Niet bedreigd
De Zilverwangneushoornvogel is een Afrikaanse vogel van ongeveer 60 tot 70 cm lang. Ze leven in landen als EthiopiĆ«, Soedan, Kenia, Tanzania, Zambia, Mozambique en Zuid-Afrika. Hier leven ze in bossen, langs kustlijnen en aan de oevers van rivieren. Hij is voornamelijk zwart gekleurd, met witte staart en vleugelveren. Daarnaast heeft hij een zilvergrijs gezicht waarnaar hij vernoemd is. Het mannetje heeft een grote licht gekleurde ‘hoorn’ op zijn voorhoofd.
Voeding
De Zilverwangneushoornvogel eet voornamelijk fruit. Soms eet hij echter ook kleine vogeltjes, hagedissen, insecten, noten, eieren, kameleons, rupsen en spinnen. Tijdens het zoeken naar voedsel is deze vogel vrijwel altijd in de bomen te vinden.
Gedrag
De Zilverwangneushoornvogel is een sociale vogel die samen met zijn partner vaak een groep opzoekt om samen naar voedsel te zoeken. Aan het einde gaat ieder koppel weer terug naar zijn eigen rustplek.
Voortplanting
Meestal worden er 1 tot 2 eieren gelegd die in 40 dagen worden uitgebroed. Deze leggen ze in boomholtes op een hoogte van wel 7 tot 25 meter hoog. Vooral de mahonieboom is favoriet. Als de eieren gelegd zijn broedt het vrouwtje deze in haar eentje uit. Op dit moment zal het mannetje met modder de ingang tot het nest bijna volledig dichtmetselen. Ze houden een kleine opening waardoor het mannetje de vrouw en de jongen de komende weken door kan voeren. De heer des huizes komt wel 10 tot 14 keer per dag vers fruit brengen en wanneer de jongen er zijn wordt dat verhoogd naar 21 keer per dag. Ook zorgt het mannetje voor verse bodembedekking, zoals takken en schors, zodat het nest aangevuld en schoon blijft.
Weetjes
- Vaak komen er larven van verscheidene insecten in het nest voor die het nest tijdens het broeden schoonhouden. Wanneer het vrouwtje vertrekt, zijn ook de larven gevlogen. Ze komen dus niet in het nest voor wanneer er niet gebroed wordt.