papua jaarvogel

De Papua jaarvogel komt voor in Indonesië, Papoea, de Salomo eilanden, Nieuw Guinea en op de Molukken. Ze leven in tropische gebieden en tot op een hoogte van 1.500 meter. De lengte van deze vogel is 60 tot 65 centimeter. Opvallend zijn de kop en de nek van het mannetje, die zijn roodbruin van kleur, terwijl een vrouwtje zwarte veren heeft.

Voeding

Het zijn echte fruiteters en eten graag citrusvruchten, maar ook meloen, peer, appel, druiven en banaan gaan er wel in. Er zijn ook waarnemingen geweest dat ze krabben vangen op het strand.

Gedrag

Deze vogel maakt tijdens het vliegen met zijn vleugels en opvallend sissend geluid dat lijkt op het geluid van stoom. Verder is het een luidruchtige vogel die verdragende geluiden maakt die lijken op gelach.

Voortplanting

Tussen augustus en oktober zoeken de jaarvogels een nest, hoog in de boom (vaak vijgenbomen of oelin), dit verschilt van 15 meter tot wel 30 meter hoogte. Opvallend aan dit nest is dat het vrouwtje zich inmetselt. Ze is vanaf dan afhankelijk van het mannetje voor het voedsel, omdat zij het nest niet verlaat tot het jong groot genoeg is. Het uitbroeden van een ei duurt ongeveer 42 dagen. Moeder houdt alles in en om het nest in de gaten. Uitvliegen gebeurt vanaf begin november tot half januari, maar dit is wel afhankelijk van wanneer een koppel is begonnen met broeden. Hoeveel eieren een jaarvogel gemiddeld legt is niet bekend, maar er wordt uitgegaan van 1 a 2.

Weetjes

• De eerste periode kun je nog niet zien of het een mannelijk of vrouwelijk jong betreft, omdat ze er in het begin precies hetzelfde uit zien. Naarmate de tijd verstrijkt verandert het vrouwelijk jong van kleur.
• De vogels stellen strenge eisen aan hun partners. Vooral het vrouwtje test het mannetje goed uit om te kijken of hij bij haar past. Als ze eenmaal voor elkaar ‘vallen’ zijn ze monogaam en blijven voor altijd bij elkaar.